1. Het verduidelijken en stapsgewijs aanleren van de onderliggende fonetische strukturen van vreemde talen

Bij het aanleren van de Nederlandse taal op de basisschool wordt stapsgewijs de relatie tussen letter en klank ingeoefend; de zogenaamde klank-teken koppelingen. Eerst wordt aandacht besteed aan de klankzuivere woorden, dan aan de steeds complexere woorden waar bepaalde klankregels bijhoren. Dus eerst de klankzuivere woorden zoals “roos” en “vis”, waarbij één teken altijd bij een vaste klank hoort. Later de woorden als “horloge” en “etalage” waar de klank-teken koppelingen bij bepaalde soorten woorden variëren( de -g- spreek je daar niet uit als -g- maar als -sje-). Er zit een gedegen opbouw in de moeilijkheidsgraad van de woorden en daarop worden ook de aangeboden teksten aangepast.Bij het aanleren van een vreemde taal zoals Engels wordt aandacht besteed aan allerlei vaardigheden luisteren, uitspreken, begrijpen, grammatica, spellen en lezen. De nadruk ligt op de spreek- en luistervaardigheid. Er wordt echter nauwelijks ingegaan op de onderliggende klankstruktuur die erg verschilt van de klankstruktuur van het Nederlands. Daarbij komt dat er met name in het Engels, maar ook in het Frans, veel meer onregelmatigheden in de klank-teken koppelingen zitten. Bij kinderen zonder problemen in de auditieve informatieverwerking (hét grote probleem bij dyslectici) levert dit de eerste maanden wat verwarring op, maar na een paar maanden leren zij als vanzelf aan de hand van ingeprente woordbeelden hoe de klanken zich tot de tekens verhouden.Bij dyslectici of mensen met aanverwante problemen wordt er niet vanzelf inzicht verkregen in de klank-teken koppelingen en dient er expliciet aandacht aan dit gebied te worden besteed. Dit gebeurt vaak door middel van het auditief aanbieden van de te leren woorden op de computer of door middel van andere hulpmiddelen. Daarnaast worden, samen met de leerling, de woorden die geleerd moeten worden in categorieën ondergebracht waardoor langzamerhand orde in de chaos komt. Eigenlijk leert een leerling zelfstandig onderscheiden aan welke spellingen hij/zij extra aandacht  moet besteden of welke spellingen met behulp van de aangeleerde regels logisch kunnen worden afgeleid. Een voorbeeld van een moeilijke klank in het Engels is “ur” die op vijf verschillende manieren kan worden geschreven shirt, her, work, nurse, early. Zo ook in het Frans bijvoorbeeld de “ee” kan op drie verschillende wijzen worden geschreven café, cahier en chez.

 

Hieronder een voorbeeld van een dictee van een leerling die problemen  heeft met de klank-tekenkoppelingen in het Engels. Het dictee luidde: I am  afraid I can’t remember de number of the bus, de bus arrived in Douglass shortly  after 4 PM. …. I lost my disc-man somewhere.

Aan de tekst kun je zien dat deze leerling al enkele specifieke Engelse klank  teken koppelingen onder de knie heeft zoals “I” (en niet “ai”),”my” (en niet  “mai”), “number” (en niet “numbur”), “remember” (en niet bijvoorbeeld  “riemembur”).

Andere woorden zoals afraid, arrived, shortly, four en somewhere worden  volgens de nederlandse klank-teken koppelingen geschreven (als ze net als  Nederlands worden voorgelezen hoor je Engelse woorden): afreet, araiwt,  schortlie, voor, somwer.

Bij “after” is er twijfel over de v of de f.

[Terug naar Begeleiding]